maandag 31 maart 2014

Een blanco blad.








1 / 3 / 4 / 5 / 6 / 7 / 8

Een ervaringsdeskundige ben ik geenszins. Het vergt desondanks weinig moeite zich in de steigerende reactie van een antibacterieel aangelegd persoon te verplaatsen bij het zien van een kledingstuk in maagdelijk wit. Wit is altijd schoon. Als je 't netjes in de kast laat hangen tenminste. Voorzichtigheid is geboden maar garandeert niets bij het dragen van kraakheldere kledij. Vandaar dat een logisch denkende mens de kleur reserveert voor speciale gelegenheden. Hoogdagen zijn dat vaak, strak gedirigeerd, veelbesproken en vastgelegd door ingehuurde fotografen op plaatjes die de achromatische tint nog decennialang een hoofdrol laten spelen naast diens ongemakkelijk en/of breed glimlachende dragers. Zij hebben conform allerhande rituelen woorden uitgesproken, handen gevouwen, plechtige formules beluisterd, beloftes gefluisterd, zijn benoemd tot iets wat zij nooit eerder waren. Na het ceremoniële gedeelte volgt de zucht van opluchting. Wanneer het spiedende oog van de camera het front heeft verlaten kan het korset van onwennigheid uit en het witte canvas naar believen worden ingekleurd met het verdere verloop van de feestelijkheden (emotioneel snot, champagne, rundscarpaccio, kreeftsoep, rode wijn, frambozencoulis, danszweet en kots). Onbezorgde bevlekking is het, met spatten van geluk, op een plunje-voor-één-dag.

Mijn eerste, tweede en enige blanco uniformen kaderden in twee van dat soort dagen. Op het ongecontroleerde ritme van onze ruisende gewaden en de nog niet ingelopen schoenen met gespen, plakkers of jaloersmakende rode flikkerlichtjes schuifelden we in groep voorwaarts. Zo spontaan mogelijk in die geforceerde setting. Wie geluk had mocht de rit anoniem uitzitten, zij met enig talent stuurden hun trillende stem de galmende gewelven in. Zuchten, alle handelingen zo juist mogelijk uitvoeren, flink lachen en daarna was er feest met cadeautjes. Met de kostumering van de tweede editie was ik het blijst. Dat lag aan de broek. Die was wit en strak, met fijne, grijze borduursels. Ik kon ernaar blijven kijken en mocht hem achteraf nog wel eens aan ('Maar voorzichtig zijn hè!'). Dan voelde ik me de ster van de speelplaats. Later lukte het niet meer. De altijd maar loerende vrees voor morsen bleek besmettelijk, te chic of te ordinair waren overtuigende tegenargumenten.

Gek genoeg lijkt die fase nu helemaal voorbij te zijn, de betovering van het bevoorrechte moment uitgewerkt. Zo'n witte broek is het ideale vertrekpunt voor een feesttenue die de aankondiging van een lente celebreert. Frisser en spannender dan zwart of blauw, gelijkaardig aan het door de zon nog onbeschreven vel dat eronder schuilt. Wit is altijd schoon. Als je 't netjes weet te combineren tenminste. En wat met de spatten modder, gras of sangria? Hoog tijd om dat zogenaamd feilloos werkende wasmiddel het voordeel van de twijfel te gunnen. 

3 opmerkingen:

  1. Ik heb er ooit één gehad, maar ik vond het er toch snel wat 'cheap' uitzien. Kan ook aan het model en merk liggen, natuurlijk ;-) (Of fout gecombineerd, in die periode wist ik nog niet veel van mode af, haha.)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. En daarmee wil ik niet zeggen dat ik nu zo'n expert ben hoor, kuch kuch. :D

      Verwijderen
    2. Ha. Tot nu toe heb ik eigenlijk alleen nog maar semi-marginale exemplaren gespot. 't Is een uitdagende zoektocht. Ik hou je op de hoogte van mijn wittebroekperikelen. :-)

      Verwijderen