'I draped two sheepskin rugs over my writing chair.
It looked vaguely Stone Age.'
It looked vaguely Stone Age.'
Voldoende lichtinval. Amper geluidsoverlast. Zelfs de muis klikt geluidloos. De radio op kabbelende hoorafstand. Goed uitgerust. Honger zal er dankzij die havermout de komende uren niet zijn. Alle factoren zitten goed om mijn met kokosolie* gereinigde tanden in de werkdag te zetten.
En toch is er altijd wat. Tussen de aanvang van de dag en dit schrijven zit een reusachtig ruime marge. De tijd tussen de wekker en het opstaan is vaak veel langer dan voorzien, dankzij het zoveelste boek dat mijn avond weer later heeft doen uitvallen. Van zodra ik me uit de lakens los heb weten te worstelen neemt de oil pulling methode*, die minstens twee weken onafgebroken toegepast moet worden om een beetje resultaat te kunnen zien (stralender tanden, steviger tandvlees), minstens 25 minuten in beslag. En dan is er ook nog de recent ontdekte gezichtsmassage, goed voor aardig wat nuttig tijdverdrijf (beter geabsorbeerde vloeistoffen, een meer ontspannener aanblik). Verder zijn er ook rek- en strekoefeningen voorzien op de mat in de woonkamer. En de weg ernaartoe ligt bezaaid met verleidingen als: op het toilet zitten scrollen met Instagram, blijven hangen in de keuken bij de radio of in gesprek met degene die uiteraard al veel eerder op was en aan de havermout zit, een rondslingerende oude krant plots heel erg interessant vinden. Of de pc naast het tapijt, waarop nog snel iets moet opgezocht, geboekt of gekocht worden voor dat tijdverslindende ochtendritueel eindelijk van start kan gaan.
Van zodra alle eerste lokroepen van de dag beantwoord zijn, kan ik mij naast mijn to do-lijstje op twee gedrapeerde schaapvellen aan mijn werkblad op schragen scharen. Met de graal van alle informatie ter wereld aan mijn vingers. Het volgende gevecht kan beginnen. Tegen de tijd, die altijd langer lijkt dan hoe ze in werkelijkheid wegtikt. Tegen mijn associatieve gedachten, die op creatieve momenten goud waard zijn en tegelijk dodelijk voor de productiviteit. Want een verkeerde klik op een prikkelende ontdekking tijdens het scrollen kan fataal zijn. Hoog of laag, actualiteit, literatuur, roddels, recepten en levensverbeterende weetjes en tips: ik wil ze allemaal kennen en ze leiden onrechtstreeks tot ideeën als (lukrake selectie) douchegel maken van een olie die ik nooit gebruik, Iraans platbrood uitproberen, beautytips van Liv Tyler oplijsten (haar stem alleen is als een verkwikkend zalfje voor de ziel), oil pulling*, knutselen met zelfdroogklei, breinoefeningen tegen het vergeten, afspeel- en tientallen andere lijsten. Handig in kwisploegen of sociale situaties, afleidend voor het echte werk.
En zo is er altijd wat. Tussen de opstart van dit cursiefje en dit schrijven heb ik (lukrake selectie):
- Veertig boeken gelezen na het geweldige The Cost of Living, het stapeltje non-fictie niet meegerekend.
- Al mijn producten in de badkamer gescand en gebuisd met de Yuka-app en ze langzaam maar zeker vervangen door veiliger alternatieven.
- De roze kantoormuren ingeruild voor witte en de doorgebogen stoel onder de schaapvellen voor een steviger exemplaar. Alle rommel eromheen netjes gerangschikt en achter kastdeuren gepropt.
- Geleerd welke bekende baarmoeders vol hebben gezeten en ondertussen ook weer geledigd zijn (opvallend veel gekke namen met een 'i').
- Geamuseerd naar een verwoed zuchtende Claire Saffitz gekeken als ze niet meteen slaagt in haar pogingen om snacks te evenaren.
- Meer dan zeventig series en films verslonden, de een al beter dan de andere.
- Wel twaalf concepten als dit, negen Google Drive documenten, dertien mails, drie yoga- en twee meditatiesessies opgestart en nooit afgewerkt.
Uitstelgedrag heet het, en daar bestaan zelfhulpboeken voor. Ik ging in een tweetal te rade. Vandaag begin ik echt van Karen Visser en Eerste hulp bij uitstelgedrag van Tanja van Essen. Laatstgenoemde was in de bibliotheek tot zo ver na de retourdatum uitgeleend, dat ik me bij voorbaat al getroost voelde door het bestaan van nog hopelozere probleemgevallen. Volgens beide gidsen was mijn talent voor uitstellen niettemin van chronische aard en ben ik een besluiteloze, idealistische zelfsaboteur die zich laat verleiden door kortetermijnpleziertjes. Daarenboven is mijn timemanagement niet realistisch. Maar dankzij de toepassing van allerlei haalbare, subtiele plannetjes waarmee je jezelf zogezegd onbewust aan het uitvoeren zet zou er beterschap mogelijk zijn. Van de stukje-bij-beetje-benadering, over het vijf-minutenplan tot het negeren van gevoelens, de succesanalyse of fantaseren over doelen: het zouden allemaal ingrediënten zijn van het ultieme triomfrecept. Maar laat de paradox willen dat ik zelfs het uittesten ervan op de lange baan heb geschoven. De boeken moesten terug naar hun uitleenstation om mijn lotgenoten te helpen, en laat een bibliotheekbezoek nu net een van die vele kortetermijnpleziertjes zijn.
Aan excuses geen gebrek. Had je op ziekte- of snipperdagen vroeger alleen De Shoplijn en een loop van dezelfde videoclips op tv, dan zou je je vandaag bijna ziek wanen om alles te kunnen zien wat er bestaat en binnen handbereik is. (Zomaar een herinnering uit mijn jeugd: ik die de VHS-tape op pauze zet om niks van A Fish Called Wanda te moeten missen terwijl ik mijn rode emmertje volkots.)
En daar zeg ik wat. Geen idee of het omgekeerde psychologie is, een tool om minder na te nadenken of gewoon goede timing, maar sinds driekwart van de omgeving noodgedwongen thuis zit, al dan niet technisch werkloos, allemaal praktisch alleen en op zoek naar prikkels om hun angstwekkende, berustende of om nieuwe input schreeuwende hersenspinsels het zwijgen op te leggen, ben ik een ongeleid projectiel op de werkvloer. Mijn verdroogde handen met kloven tokkelen erop los, de verkeerde klikken zijn op een van de twee te tellen. Wat in tijden van overaanbod een prestatie is. Terwijl iedereen online naar dans, theater, improvisatietelevisie en yoga kijkt, podcasts beluistert, boeken leest, platen inkleurt, hamstert, puzzels legt, alles liket, deelt en onmiddellijk beantwoordt, jogt, in elkaar krimpt bij andermans gehoest, plots graag wel telefoneert, het glas heft voor een scherm, uitdagingen aangaat, vriendelijk knikt naar vreemden, dagelijks twee minuten applaudisseert en zijn grootouders vanop afstand viert, waan ik mezelf in een virtuele realiteit. Structuur, beweging en dadendrang zijn nu mijn drijfveren. In de keuken hangt een strakke Quarantiming, op de mat in de woonkamer beperk ik me tot rek-, strek- en yogaoefeningen aangezien iets verderop aan tafel iemand druk zit te telewerken. Bovendien wacht de gemeenschap op verstrooiing. Mijn boeken-, Youtube-, Netflix- en recepttips kunnen voortaan de hulpbehoevenden dienen. Zo had ik het nog nooit bekeken, maar dit neigt bijna naar wereldverbetering. Genoeg geoefend, nu kan ik mijn kennis verspreiden en eindelijk focussen op het noodzakelijke. Na de trailer van Normal People, een veel te ingewikkeld recept voor cinnamon buns, de eerste aflevering van Some Good News en de afstandelijke samenzangclip van de Backstreet Boys tenminste. Dan begin ik echt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten